Een sprankje hoopTrouw, 29 april 2012Kofi Annan lijkt succes te boeken in Syrië. Zijn plan om het geweld te beëindigen zou door de Syrische regering zijn geaccepteerd. Met dit plan wordt geen eind gemaakt aan het conflict, verre van dat. Maar het omvat meer dan een openingsbod. Annan heeft zich niet willen beperken tot toezeggingen om humanitaire hulp mogelijk te maken en verder te praten. Zo’n afspraak is niet ongebruikelijk aan het begin van een onderhandeling. Na maanden van strijd zou ook dit als een kleine opening kunnen worden beschouwd. Maar het zou onvoldoende zijn geweest, omdat eerdere bemiddeling op niets was uitgelopen en omdat Kofi Annan niet mag mislukken. Hij is Gezant van de VN en van de Arabische Liga, en in die functie niet uitwisselbaar. Wanneer Annan - voormalig Secretaris Generaal van de VN - niet slaagt, is er niemand met voldoende statuur om hem als bemiddelaar op te volgen. De huidige Secretaris Generaal van de VN, Ban Ki-Moon, heeft risico genomen door zijn voorganger aan te wijzen. Dat valt te prijzen. Ban Ki-Moon staat niet bekend om zijn initiatieven. De VN administratie moet ten einde raad zijn geweest. De Veiligheidsraad was niet in staat gebleken met één stem te spreken. De posities van het Westen, Rusland en China liepen steeds verder uiteen en pogingen buiten de VN om hadden niets opgeleverd. De Arabische Liga had zich altijd tegenstander getoond van inmenging in binnenlandse aangelegenheden. Daartoe geïnspireerd door de Arabische Lente, had de Liga een prijzenswaardig initiatief genomen, maar Assad had haar geschoffeerd. Ook de Russische Minister van Buitenlandse Zaken, Lavrov, had in Damascus weinig voor elkaar gekregen. Annan heeft er wijs aan gedaan enige tijd te nemen en zich vooraf te verzekeren van de steun van de Arabische landen, Rusland en China. Beide laatstgenoemde landen hadden vorig jaar een resolutie over Libië niet willen blokkeren, maar toen het Westen die resolutie eenzijdig ging interpreteren als een mandaat tot regime verandering, was het vertrouwen verdwenen. Die patstelling heeft Kofi Annan doorbroken. Assad zou hebben toegezegd troepenbewegingen te stoppen, geen zware wapens meer in te zetten tegen steden en zijn troepen daaruit terug te trekken. Bovendien zou zijn beloofd dat hulporganisaties ongehinderd toegang krijgen en dat dagelijks een twee uur durend staakt-het-vuren wordt afgekondigd om de hulp mogelijk te maken. Verdere toezeggingen betreffen vrijlating van gevangenen, vrije beweging van journalisten en het recht op vreedzame demonstratie. Annan verbindt zich overeenkomstige toezeggingen te verkrijgen van de oppositie. Daarna volgen vredesbesprekingen, begeleid door Annan als bemiddelaar. Damascus zou hebben toegestemd in VN toezicht op de uitvoering van een en ander. Heeft dit kans van slagen? Westerse politici tonen zich argwanend. Daar is alle reden toe. Het regime in Damascus is bruut en onbetrouwbaar. Maar er is geen alternatief. Militaire interventie door VN troepen zal geen steun van de Veiligheidsraad krijgen, tenzij daarmee wordt ingestemd door de partijen in Syrië zelf, ter begeleiding van politieke onderhandelingen, of, in het uiterste geval, wanneer alle landen van de Veiligheidsraad concluderen dat het regime eenmaal gemaakte afspraken schendt. Maar dan zullen die afspraken eerst gemaakt moeten zijn in politieke onderhandelingen tussen de partijen zelf, begeleid vanuit een Veiligheidsraad die zich niet uiteen laat spelen. Drie vervolgstappen zijn nodig. Ten eerste: druk moet worden uitgeoefend op de oppositie in Syrië zich te verenigen, zich eendrachtig achter het plan op te stellen en te verklaren bereid te zijn af te zien van gewelddadig verzet. Annan heeft zich in eerste instantie gewend tot het regime en daarmee duidelijk gemaakt wie hij verantwoordelijk acht voor onderdrukking, geweld en mensenrechtenschendingen. Dat dient voor de oppositie de doorslag te geven om het waagstuk van onderhandelingen te starten. Ten tweede: het regime mag geen enkele uitweg worden geboden afspraken te schenden. Sancties moeten zwaar zijn en unaniem. Die waarschuwing moet Damascus nu worden gegeven. Ten derde: de eenheid binnen de Veiligheidsraad moet niet opnieuw in gevaar worden gebracht door wederzijds polariserende uitspraken of door eenzijdig optreden. Het komende weekend vindt in Istanbul een bijeenkomst plaats van de zogeheten groep van Vrienden van Syrië. Vooral Westelijke en Arabische landen zullen aanwezig zijn, en de oppositie. Die bijeenkomst dient het sprankje hoop, geboden door het plan van Annan, niet te doven, maar aan te wakkeren.
|
|