Jan Pronk

Sloop de Muur

PvdA, 25 september 2009

Wie gereisd heeft op de Westelijke Jordaanoever weet hoe bezet gebied er uit ziet. Over het Palestijnse gebied is door Israël een raster gelegd van nederzettingen, die door kolonisten worden bewoond en met elkaar verbonden zijn door wegen die niet toegankelijk zijn voor Palestijnen. Zij moeten omwegen maken om van het ene deel van hun gebied naar het andere te gaan en vele checkpoints passeren, waar zij zich een vernederende behandeling moeten laten welgevallen. Palestijnse huizen worden gevorderd, nu eens om kolonisten in de gelegenheid te stellen er in te trekken, dan weer om de uitbreiding van de Israëlische nederzettingen mogelijk te maken. In andere gevallen worden zij eenvoudig met de grond gelijk gemaakt. Dat gebeurt op het platteland zowel als in steden zoals oost Jeruzalem en Hebron.

Tientallen jaren lang is hiertegen geprotesteerd, niet alleen door de Palestijnen zelf, maar ook vanuit andere landen, waaronder Europa en de Verenigde Staten. In resoluties van de Verenigde Naties werd de bezetting veroordeeld. Het heeft niet geholpen. Enkele jaren geleden startte Israël met de bouw van een 700 kilometer lange muur op de grens met het Palestijnse gebied. Israël deed dit om zich te beschermen tegen terreuraanslagen vanuit Palestijns gebied. Die waren ernstig en het Internationale Gerechtshof verklaarde dat Israël inderdaad het recht had zich te beschermen. Maar het Gerechtshof sprak ook uit dat een dergelijke muur alleen was toegestaan ten westen van de bestandslijn die in 1948 door de Verenigde Naties was getrokken. De muur trekt zich van die bestandslijn weinig aan. Zij is voor een groot deel gebouwd op Palestijns grondgebied. De bezetting werd een annexatie. Talloze Palestijnen werden door de bezettende macht afgesneden van hun eigen grond, van hun werk, van voorzieningen zoals scholen en ziekenhuizen en van hun familie. Huizen werden met geweld afgebroken om ruimte te scheppen voor de bouw van de muur. Verzet wordt gebroken met arrestatie, gevangenzetting en geweld.

De muur bestaat uit negen meter hoge betonnen platen, twee maal zo hoog als destijds de Berlijnse muur. De bescherming die Israël zich met deze muur verschaft wordt extra verhoogd door middel van greppels, hekken, prikkeldraad, patrouilles, nog meer checkpoints, een intensieve elektronische observatie en intimidatie door militairen. De bescherming is tamelijk effectief gebleken. Maar zij is inhumaan, in strijd met het internationale recht en contraproductief. Het verzet en de halsstarrigheid aan Palestijnse zijde zijn door de bouw van de muur aangewakkerd. Palestijnse frustratie slaat om in haat. Het wonen in bezet gebied wordt ervaren als het leven in een gesloten gevangenis. Binnen die gevangenis neemt de ruimte verder af. Israël gaat door met de uitbreiding van de nederzettingen en met de bouw van nieuwe.

Bij het aantreden van President Obama hoopten velen dat de Verenigde Staten een krachtige positie zouden innemen om Israël te dwingen zich te houden aan de uitspraken van het Internationale Gerechtshof en ten minste de bouwinspanningen in nederzettingen te bevriezen. Die hoop is tot nu toe ijdel gebleken. De regering Netanyahu komt afspraken niet na, staat nieuwe huisuitzettingen toe, verleent nieuwe bouwvergunningen, besteedt aan, bouwt door, en kan voor dit alles rekenen op omvangrijke financiële steun van particulieren uit het buitenland.

Linkse partijen en bewegingen zijn geneigd om vrede en verzoening hoger op de politieke agenda te plaatsen dan hun rechtse opponenten. Rechts geeft meer prioriteit aan veiligheid en zelfbescherming. Links heeft echter veelal weinig succes met het verwezenlijken van vredesdoeleinden, omdat men kwetsbaarder is voor tegenwerking van binnen uit en minder gewend om politiek gezag naar buiten toe om te zetten in het effectief uitoefenen van macht. Soms is een autoritair rechts regime nodig om een doorbraak te bewerkstelligen in een vredesproces. Begin en Sharon hebben meer doorbraken bewerkstelligd dan Peres. Maar wie gehoopt had dat Netanyahu dat ook zou doen, heeft zich vergist. Binnen de staat Israël zijn de kolonisten - thans ongeveer een half miljoen in totaal - een sterke politieke macht geworden. Geen enkele regering durft hen te trotseren, de regering Netanyahu nog minder dan vorige.

De politieke patsituatie die zich al jaren voordoet wordt eufemistisch gekarakteriseerd als een tijdelijke stagnatie in het vredesproces. Maar wat zich politiek aftekent verdient de naam vredesproces niet meer. De splitsing die in politiek opzicht is ontstaan tussen de fysiek gescheiden West Bank en Gaza zou door Netanyahu kunnen zijn gebruikt om zich ten opzichte van de Palestijnse President Abbas toeschietelijker op te stellen. El Fatah heeft zich immers meer dan Hamas bereid getoond te onderhandelen. Bovendien heeft het de jongste El Fatah congres geleid tot een verzwakking van de positie van de traditionele El Fatah elite en tot enige verjonging en modernisering van het leiderschap. Ook dat zou reden zijn om onderhandelingen te hervatten. Echter, Netanyahu voelt zich naar buiten toe kennelijk zo sterk en naar binnen toe zo afhankelijk van de steun van extreem rechts, dat hij dit denkt te kunnen negeren.

Gelukkig zijn er ook binnen Israël groeperingen die een tegengeluid laten horen. Sommige journalisten durven te berichten over misstanden. Mensenrechtenactivisten en advocaten komen op voor de slachtoffers van bezetting en onderdrukking. Voormalige militairen die zich verenigd hebben in de beweging Breaking the Silence spreken zich uit tegen misdadige praktijken van het eigen leger. Israël is een democratie en men kan zich uitspreken, al is daar veel moed voor nodig.

Juist nu is het zaak de stem van het andere Israël te horen. Het is een minderheid, maar het zijn altijd minderheden die opkomen voor vrijheid en recht. Een doorbraak kan niet van buitenaf komen. Vrede kan niet worden opgelegd. Zelfs het nakomen van internationale verplichtingen en rechtsregels kan niet worden afgedwongen. Maar politieke partijen en bewegingen in andere landen die zeggen te streven naar vrede kunnen zich wel veel meer gelegen laten liggen aan het horen van de stem van vredesactivisten ter plekke. En de regering Netanyahu kan duidelijk worden gemaakt dat zij, zolang wordt doorgegaan met het schenden van internationaal recht en mensenrechten, geen steun krijgt.

Dit jaar is in Nederland een Burgerinitiatief gestart met als motto: “Sloop de Muur” Daarbij wordt de regering opgeroepen om, met behulp van politieke en economische sancties, al dan niet in het kader van de Europese Unie, Israël er toe te brengen gevolg te geven aan de uitspraak van het Internationale Gerechtshof dat de muur moet worden afgebroken. Die uitspraak is nu vijf jaar oud. Het negeren daarvan heeft nu te lang geduurd. Het Internationale gerechtshof heeft regeringen opgeroepen ervoor te zorgen dat de uitspraak wordt nageleefd. Tot nu toe hebben regeringen, ook die van Nederland, aan die oproep slechts lippendienst bewezen. Juist ons land, dat zoveel waarde hecht aan internationaal recht en ijvert voor de erkenning van Den Haag als zetel van internationale organisaties op dat terrein, kan niet langer ter zijde blijven staan.

www.sloopdemuur.nl