De Evert Vermeer Stichting (EVS) bestaat in 2007 veertig jaar. Ter gelegenheid daarvan gaven zij op 1 februari jl. een eerste aanzet tot een nieuwe traditie: de Evert Vermeer Lezing. De eerste spreker, tevens erevoorzitter van de EVS, is iemand met een grote internationale bagage. Rood sprak met Jan Pronk, viervoudig minister en ex-VN-gezant in Soedan.
Ontwikkelingshulp is de rode draad door Pronks leven. Dat begon tijdens zijn studie Economie aan de Universiteit van Rotterdam (nu Erasmusuniversiteit). 'Eigenlijk was dat toeval. Ik wilde colleges van Tinbergen. Dat was immers de beste. De eerste Nobelprijswinnaar voor economie, en grensverleggend in zijn onderzoek. Maar ook één van de weinige socialisten op de Erasmus universiteit. En, zo bleek mij, een sociaal bewogen mens. Iemand die zich intensief bezighield met de derde wereld.'
Na zijn studie ging Pronk aan de slag als wetenschappelijk medewerker bij Tinbergens Nederlands Economisch Instituut. In 1967 kwam hij voor het eerst in een 'derdewereldland': India. Hij werd er door Tinbergen heen gestuurd, voor een conferentie. 'Het was daar toen nog een poel van ellende. Ik was 27, en nog niet veel verder van huis geweest dan Oostenrijk en Italië. Maar na die reis naar India werd ik gepakt, gegrepen, en dat bracht me uiteindelijk tot de conclusie: van dit terrein wil ik niet meer weg.'
Wat drijft Pronk? Een sterk gevoel voor rechtvaardigheid? Het calvinisme van de naoorlogse generatie? 'Het is moeilijk om daarover te psychologiseren. Ik kom zelf uit een Nederlands Hervormd gezin in Scheveningen, mijn ouders stemden CHU (Christelijk-Historische Unie, nvdr). Maar als scholier en student, in de jaren '50, werd ik al sterk geboeid door de PvdA. Je had in die tijd de 'doorbraak'. De partij koos er bewust voor om zich niet meer alleen bezig te houden met de arbeidersbelangen, maar zich te richten op de hele samenleving.' De combinatie van geloof en sociale bewogenheid bij de PvdA sprak Pronk aan. 'Buskes, de 'rooie predikant', was een groot spreker die je echt kon grijpen. Dankzij zijn preken kwamen sociale onderwerpen zelfs in de kerk aan de orde.'
Generaties
Dat noemt Pronk als de twee kanten van zijn motivatie: aan de ene kant de christelijk-sociale ethiek van Buskes en onder anderen Willem Banning, en aan de andere kant de betrokken wetenschap, verpersoonlijkt door Tinbergen. Maar in zijn studententijd werd hij geen lid van de PvdA. 'Ik was voorzichtig met mijn keuze. Ik wilde pas een beslissing nemen na mijn afstuderen.' Op 1 januari 1965 werd hij lid, en sindsdien heeft hij verschillende generaties zien komen en gaan. Zelf is hij van 'nieuw links', dat in het boekje Tien over Rood (1966) onder meer pleitte voor het verhogen van het budget voor ontwikkelingshulp tot 2% van het nationaal inkomen. En terwijl Pronk linkser is geworden in zijn analyses, is de PvdA naar zijn idee 'verrechtst'. Maar de gedachte om de partij te verlaten heeft nooit gespeeld. 'Als je al zo lang lid bent, dan blijf je wel bij de PvdA. Ook wanneer die verandert.'
Sterke basis
Pronk is erevoorzitter van de Evert Vermeer Stichting (zie kader). Zijn betrokkenheid bij de EVS gaat terug tot begin jaren '70. 'De eerste contacten ontstonden toen ik in 1971 Kamerlid werd. Een van mijn collega-Kamerleden, Ko Wierenga, was toen voorzitter. Daarna, toen ik minister werd, werd ook het contact intensiever.' De EVS is nu een organisatie die ervoor strijdt om internationale problemen op de kaart te zetten. In de jaren '70 richtte de EVS zich vooral nog op het inzamelen van geld door projecten. 'De focus lag daarbij op Zuidelijk Afrika. Later werden die activiteiten breder. Daarbij was hun kracht dat ze bestaan uit heel veel lokale groepen. Het is een club met een sterke basis, die nooit is verworden tot een elite van staffunctionarissen. Als het partijbestuur in die tijd suggesties kreeg, wist het dat die niet van een collega uit een andere kamer in hetzelfde kantoor kwamen, maar vanuit de PvdA zelf, vanuit de leden. Een voorstel werd dan ook meteen serieus genomen. En nog steeds, als de EVS op een congres iets wil veranderen aan het verkiezingsprogramma, lukt dat ze vrijwel altijd.'
Evenveel armen
Pronk vindt het goed dat de EVS dynamisch blijft. 'In het verleden werd er wel eens wat al te strak georganiseerd. Over een probleem werd eerst lang nagedacht, dan een boekje gepubliceerd, vervolgens vergaderd en dan duurde het soms drie jaar voordat er eindelijk iets gebeurde. Met nieuwe ideeën, zoals de Krachttoer, en natuurlijk de Afrikadag, is daar gelukkig verandering in gebracht.' Voor de toekomst raadt Pronk de EVS aan om zich internationaal te oriënteren. 'De nadruk ligt nu wel heel sterk op Afrika. De EVS zou er goed aan doen om ook de problematiek in het Midden-Oosten en de armoede in Azië aan te kaarten. In absolute zin zijn er evenveel armen in Azië als in Afrika.'
Vooruitgang geboekt
Als minister en als VN-gezant kwam en komt Pronk de meest schrijnende situaties tegen. De invloed van Nederland is beperkt. 'Natuurlijk stellen onze inspanningen op internationaal niveau weinig voor. De verhoudingen tussen Oost en West, geopolitieke belangen, de Chinese overname van Afrika in politiek opzicht, dat zijn allemaal factoren waar je geen invloed op hebt en waarvan het effect wel veel groter is dan dat van onze ontwikkelingshulp.' Wordt hij daar nooit eens moedeloos van? 'Moedeloos word je als je geen resultaat ziet. Als de hulp uitblijft, of op een verkeerde manier gegeven wordt.' Maar er is wel degelijk verbetering te zien. 'Er is gigantische vooruitgang geboekt op het gebied van kindersterfte, het primair onderwijs, en de voedselzekerheid. In de jaren '50 en '60 lag de gemiddelde levensverwachting in de derde wereldlanden zo rond de 41, 42 jaar. Op het ogenblik ligt die dik boven de 60.'
Duurzame verbeteringen
Tel je zegeningen, wil Pronk maar zeggen. 'Door de bank genomen is het niet verkeerd gegaan in Afrika. Sommige landen zijn er nu echt beter aan toe. Een voorbeeld: Tanzania. Daar zijn, ondanks een heterogene populatie, geen tribale, religieuze of etnische conflicten. Er is goed leiderschap, en rust, stabiliteit en democratie zijn tot stand gebracht. Een model, bijna.' Pronk noemt het 'jammer' dat landen waar het goed gaat, automatisch uit de belangstelling verdwijnen. 'In Mozambique woedde een burgeroorlog van 1975 tot 1990. Nu is daar, mirabile dictu, een stabiele vrede. Ook in Kaapverdië en Mali zijn duurzame verbeteringen tot stand gebracht. Dat is mede een gevolg van internationale inspanningen.'
Risico's nemen
De nieuwe Minister voor Ontwikkelingssamenwerking is Bert Koenders. Pronk drukt hem op het hart te zorgen voor een goede samenwerking met de andere ministers. 'Een nieuwe minister is al snel defensief, en alleen bezig om de eigen positie en het eigen budget te beschermen. Maar je zult bereid moeten zijn om risico's te nemen, en daarbij te accepteren dat je budget ook voor andere zaken gebruikt kan worden,' aldus Pronk. 'Erken dat ook een stabiele vredespolitiek en een goed schuldenmanagement belangrijk zijn. Je kunt bijvoorbeeld goed samenwerken in vredesoperaties.' Dat valt goed te rijmen met het pleidooi van de EVS voor 'coherentie': meer samenwerking met de ministers van Defensie, Landbouw, en Buitenlandse Zaken.
Papaver en coca
Pronk wijst verder op de samenhang tussen de verschillende problemen in de wereld. 'Er zijn vaak interessante parallellen te trekken. Je kunt daarbij leren van je eerdere ervaringen. Zoals nu, met de papaverteelt in Afghanistan. Vijftien jaar geleden zagen we datzelfde probleem al in Bolivia en Colombia met de cocaplantages. Het is de enige bron van inkomsten voor de boeren daar, maar er wordt wel cocaïne of heroïne geproduceerd. Hoe los je dat op een duurzame manier op?'
Maak vuile handen
De te grote nadruk die nu wordt gelegd op 'good governance' leidt tot verstarring, zegt Pronk. 'De wereld verandert zeer sterk, en daar moet je op inspelen. Je moet je daarbij juist richten op landen die niet stabiel zijn.' Pronk pleit ervoor om 'vuile handen te maken'. 'Het is een verkeerde gedachte dat stappen vooruit alleen mogelijk zijn in een stabiel land. In veel ontwikkelingslanden is het conflict structureel. Hoe kan zo'n conflict beheerst worden? Daarbij moet niet gewacht worden tot er in een land een goed bestuur is gevestigd, of tot de oorlog voorbij is. Het gaat dan júist om landen die half in oorlog verkeren.' De overheid moet daar inspringen waar particuliere organisaties en het bedrijfsleven het niet kunnen bolwerken.
Water naar de zee
In stabiele landen is er altijd commercieel kapitaal voorhanden, zegt Pronk. Publieke hulp aan die landen kan dus grotendeels aan de markt worden overgelaten. 'Je kunt daar wel helpen, maar dan gericht op thema's, zoals armoede of AIDS, en op een heel directe manier. En niet via de regering of via grote projecten.' China is een voorbeeld van zo'n land, aldus Pronk. 'Uit concurrentieoverwegingen wordt daar het bedrijfsleven gesteund. Maar dat is water naar de zee dragen. Je hoeft dat land niet te helpen met milieu-investeringen. Dat horen ze zelf te doen, ze horen zelf in te zien dat dat noodzakelijk is. Stop geen belastinggeld in joint ventures tussen het bedrijfsleven en de Chinese overheid. Wat je wel zou moeten doen: de minderheidsgroepen bijstaan die in China worden onderdrukt.' Maar dat durven we niet, zegt Pronk: mensenrechten worden niet meer aan de orde gesteld en de economische belangen winnen het van ideële overwegingen.
Jeukende handen
Momenteel is Jan Pronk verbonden aan het ISS, als professor Theory and Practice of International Development, zoals ook reeds tussen 2002 en 2004. Ons interview vindt plaats in een nog niet geheel ingerichte werkkamer aan de Mauritskade in Den Haag. Het raam kijkt uit in de richting van de plek waar Pronks wortels liggen: Scheveningen. Maar hij kan niet garanderen dat hij er altijd zal blijven. 'Natuurlijk heb ik af en toe jeukende handen. Ik begrijp zeer wel dat er vernieuwing nodig is in de politiek. Toen ik zelf 31 was, als Kamerlid, had ik precies hetzelfde. Maar aan de andere kant, ik voel me nog jong. Ik ben pas 66. Het liefst zou ik zo weer teruggaan op een vredesmissie. Mijn hart ligt daar toch.'
Kijk voor meer info over de EVS en jan Pronk op www.pvda.nl/rood.
Tekst: Bas den Herder
Foto's: Hollandse Hoogte, Spaarnestad Photo
Pronk Privé
Ontroerd door: spelende kinderen, zonder perspectief, in vluchtelingenkampen
Trots op: inzet van jonge Europeanen en Amerikanen als humanitaire hulpverleners in oorlogssituaties
Beste vriend: Ad Schouten (ARP-Kamerlid), helaas te vroeg overleden
Leermeester: Jan Tinbergen, Joop den Uyl
Drijfveer: het sociaal-democratisch gedachtegoed
Hekel aan: provinciale arrogantie tegenover mensen uit andere culturen
Boos over: de bejegening van asielzoekers en vluchtelingen in Nederland
Mooiste moment: de geboorte van mijn eerste kind
Schrijver: Voskuil, in Soedan heb ik Het bureau wegens mijn plotse vertrek helaas niet uit kunnen lezen, ben daar tot deel 5 gekomen.
Mooiste boek: Max Havelaar
Acteur: Nicolas Cage
Actrice: Meryl Streep
Mooiste film: De Klompenboom (Ermanno Olmi)
Beste televisie: C-Span, het politieke kanaal van de VS, dat zouden ze ook in Nederland moeten hebben
Slechtste televisie: Big Brother
Thuis: Scheveningen
Internet: dagelijks toch al snel zo'n 5 tot 6 uur online
Mooiste stad: Rome
PvdA'er: Jaap Lagerwaard uit Krimpen aan de Lek, verdrietig genoeg omgekomen bij een auto-ongeluk. Iemand die politiek echt vanuit de basis bedreef
Held: Mandela
Mooiste plek: de kust van Namibië, 'Skeleton coast'
Mooiste reis: India, 1967
Als de PvdA niet bestond, stemde ik: GroenLinks
Evert Vermeer Stichting: 40 jaar internationale bewustwording
De Evert Vermeer Stichting (EVS) is voortgekomen uit, en nog altijd verbonden aan, de PvdA. Zij zet zich in voor internationale solidariteit in de politiek. Om dat te bereiken, organiseert zij debatten en bijeenkomsten. De EVS pleit daarbij onder andere voor aanpassing van het oneerlijke Europese landbouwbeleid in het Coherentieprogramma. Verder organiseert zij jaarlijks de Afrikadag - dit jaar op 14 april: het grootste nationale publieksevenement over Afrika, met ruim honderd gastsprekers uit binnen- en buitenland. En de Krachttour, een debattentournee waarbij studenten met politici in discussie gaan. Haar naam dankt zij aan Evert Vermeer, partijvoorzitter van 1955 tot 1960.