Jan Pronk

Gaza

Den Haag, 29 augustus 2024

De afgelopen maand heb ik een boek gelezen dat me niet meer loslaat: Mahmoud Jouda, Een tuin voor verloren benen. Het gaat over de Mars van de Terugkeer, die in 2018/9 dagen maandenlang iedere vrijdag werd georganiseerd door Palestijnse jongeren in Gaza. Men trok op haar het hek op de grens met Israël, gooide stenen naar de overkant en werd beantwoord met geweervuur van Israëlische scherpschutters. Tweehonderd jongeren werden gedood, acht duizend werden gewond, velen zwaargewond. In de ziekenhuizen, waarvan we de namen nu beter kennen dan toen, omdat ze niet meer bestaan, werden operaties verricht en vonden amputaties plaats. In het boek, een roman, half-fictie, verzamelt een Palestijn in Gaza geamputeerde benen. Hij begraaft ze in een tuin, opdat daar ooit weer leven ontstaat en opbloeit. (1)

Mahmoud Jouda schreef vorige week een artikel in De Groene waarin hij als ooggetuige het leven in Gaza beschrijft tijdens de huidige oorlog. Er zijn nu al veertig duizend doden gevallen en hij noemt enkelen die hij persoonlijk kent: het vijfjarig dochtertje van zijn vriend; het zoontje van een vriendin; een zesjarig meisje dat haar hele familie had verloren en nu zelf omkomt; drie kinderen van zijn neef; de zoon van een andere neef, diens vrouw en drie kinderen. Het wordt sober beschreven: er is gen tijd om te treuren. Pogen te overleven heeft voorrang.

Aan het eind van zijn artikel vat de schrijver alles samen: “Vóór deze oorlog”- dus na de Mars van de Terugkeer – “verschenen er tekenen van leven in Gaza Ze staken de kop op door de ramen van pijn. (….)  Vandaag verandert Gaza in een massagraf. Het verlies woekert als een kanker in het lichaam. De ene tragedie volgt op de andere, de ene begraafplaats na de andere. Elke dag verandert een nieuwe plek in een begraafplaats: parken, straten, trottoirs, tuinen van huizen, kassen, scholen, plekken aan zee waar eens witte lelies bloeiden, en de harten van moeders en geliefden. De dood is hongerig, kruipt langzaam voort met zijn mond wijd open, terwijl hij zich vult met doden”. (2)

Je kunt alleen maar zwijgen als je dit leest. Daarom staat u hier iedere donderdag, al elf maanden lang, een wake in stilte.

Ontmenselijking

Iedere ochtend horen we het nieuws dat er de afgelopen nacht weer nieuwe doden zijn gevallen. Het zijn kleine berichtjes en ze krijgen in de media en in de politiek weinig aandacht meer. Stompen we af? Als je naar Al Jazeira kijkt zie je veel meer, maar die zender wordt in Nederland en andere landen die Israël steunen bestempeld als partijdig, niet onafhankelijk, bevooroordeeld. Maar ook in de Israëlische krant Haaretz staat veel nieuws dat niet wordt overgenomen. Het nieuws is geen nieuws meer; het is meer van hetzelfde en dus de moeite niet waard om onder de aandacht van de mensen te brengen.  

Inderdaad: het is iedere dag meer van hetzelfde. Iedere dag meer en verder, niet alleen in Gaza, maar ook op de Westbank. Overal vallen doden. In haar laatste rapport schrijft de UNRWA dat sinds oktober vorig jaar 90% van het gebied in Gaza onder evacuatiebevel heeft gestaan. Negen van de tien mensen in Gaza, 1,9 miljoen in totaal, hebben het bevel gekregen hun huizen te verlaten en daarna ook de schuilplaatsen die zij elders hadden gezocht. Sommigen hebben dat bevel in totaal tienmaal gekregen. Ze moesten weg uit het noorden naar het midden van Gaza, daarna naar het zuiden, en toen weer naar het noorden. Ze moesten vertrekken uit Gaza naar Khan Jounis en vanuit Khan Jounis naar Rafa, en dan weer terug, heen en weer. Ze trokken van oost naar west en van west naar oost, van de ene onveilige plek naar de andere die als veilig werd geafficheerd, maar dat niet was. Ook daar werden zij door de bezetters gebombardeerd.  

Onze vorige minister-president, Marc Rutte, noemde een eventuele grootscheepse escalatie van de Israëlische aanvallen een game changer, een rode lijn die niet zou kunnen worden overschreden zonder een reactie vanuit westerse landen en Nederland. Game changer is een cynische term: oorlog en massamoord zijn geen spel, dat je zomaar even kunt veranderen. Maar de manier waarop komt er dichtbij: een jojo spel, heen en weer, gecombineerd met Russische roulette, iedere dag opnieuw. De rode lijn werd overschreden, maar een reactie bleef uit.

Intussen is de humanitaire infrastructuur verwoest: ziekenhuizen, ambulancediensten, voedsel- en drinkwatervoorziening, vluchtelingenkampen, er is steeds minder van over. Hulpverleners en journalisten zijn doelwit geworden van scherpschutters en van grootschalige bombardementen. Die worden door Israëlische woordvoerders goedgepraat met het argument dat zich op de bewuste plek Hamas strijders bevonden. Dat valt niet te controleren, want onafhankelijke waarnemers worden niet toegelaten. Wat we wel weten is dat Israëlische autoriteiten hebben verordonneerd dat om één enkele Hamasstrijder uit te schakelen honderd burgers mogen worden gedood, ook bejaarden, zieken, vrouwen, kinderen en baby’s, iedereen in die buurt, hulpverleners incluis. 

Iedere proportionaliteit is zoek. Het is een collectieve bestraffing van een hele bevolking voor de daden van een beweging die zich van hun lot weinig aantrekt. “Er zijn geen onschuldigen in Gaza”, sprak President Herzog kort voor zijn bezoek aan ons land.  “Ook baby’s en kinderen niet?”, werd hem gevraagd. Het antwoord was onduidelijk. Zij moet boeten voor hun ouders, en die zijn schuldig omdat men zich onvoldoende tegen onderdrukking door Hamas had verzet. Van de kant van de Nederlandse regering heb ik nooit een duidelijk woord van protest gehoord.

In de ogen van de machthebbers in Israël is men schuldig eenvoudig omdat men Palestijn is, omdat men zich bevindt op een plaats waar men, zoals Smotrich en Ben-Gvir niet moe worden te herhalen, niet hoort te zijn: “Jullie horen hier niet. Gaat heen, weg van hier, weg uit Gaza en ook uit de Westbank”. Israëlische extremisten zien Palestijnen als dieren die je kunt verdelgen. Ze worden ontmenselijkt, niet alleen door de retoriek die tegen hen wordt gehanteerd, maar ook door Palestijnen zonder naam en zonder gezicht met één druk op de knop met zogenaamde precisiewapens te vernietigen. Net als Orson Welles in The Third Man, hoog in het reuzenrad in Wenen de mensen op de grond zag als een anonieme krioelende massa die er niet toe doet. Israël wil er nu een eind aan maken, niet alleen aan de Palestijnse staat, maar ook aan de Palestijnse natie, door die samenleving te breken en de bevolking deels om te brengen en deels te verdrijven. Etnische zuivering, genocide, Endlösung.

Geen misverstand: Hamas heeft op 7 oktober vorig jaar een gruwelijke oorlogsmisdaad gepleegd. Palestijnen hebben het recht zich te verzetten tegen de bezettende macht, ook met geweld. Maar wat zij niet mochten doen is geweld uitoefenen tegen ongewapende burgers, mannen, vrouwen en kinderen. Iedere beweging die strijdt tegen een bezettende macht die een bevolking gewelddadig onderdrukt heeft zelf de plicht beginselen van internationaal recht en mensenrechten te respecteren. Dat is de plicht van iedere bevrijdingsbeweging, ook wanneer de onderdrukker zich er zelf niet aan houdt, ook wanneer men wanhopig is en geen andere uitweg meer ziet, omdat onderhandelingen en praten nooit iets hebben opgeleverd. Dat heeft Hamas, in tegenstelling tot bijvoorbeeld het ANC in haar strijd tegen de Apartheid, niet gedaan. Daarom zullen haar leiders moeten worden vervolgd en berecht, zoals vastgesteld door het Internationale Strafhof.

Maar de Israëlische reactie op de aanval was massaal misdadig, niet gelegitimeerd door de moorden die Hamas had gepleegd. Israël heeft alle grenzen van recht en humaniteit ver overschreden, herhaaldelijk en zonder acht te slaan op oproepen van de VN, UNRWA, het Rode Kruis, het Internationale Gerechtshof en anderen om daarmee te stoppen en zich van een nakende genocide te onthouden.

Recht en humaniteit

Het is vandaag de laatste donderdag van augustus. Komend weekend, op 1 september, begint het nieuwe politieke seizoen in de parlementaire democratieën van het Westen. In juli en augustus hielden de parlementen en departementen zich stil. In die maanden waren politici in de VS alleen bezig met de naderende presidentsverkiezingen. In Brussel werden zij in beslag genomen door getouwtrek over een nieuwe Europese Commissie. In Den Haag bereidde men zich voor op Prinsjesdag. Anderen waren met reces. De roep om recht en humaniteit was verwaaid. De politiek leek verlamd en de politici hielden vakantie, zwegen en sliepen.

Jullie zijn iedere donderdag teruggekomen naar het plein voor het Ministerie van Buitenlandse Zaken om te voorkomen dat de stem niet volledig verstomt. Dank dat jullie dat doen. We hebben respect voor de ambtelijke medewerkers die zich daarvoor willen inzetten, ook al wordt hen dat door anderen afgeraden. We hebben respect ook voor de vertegenwoordigers van moedige humanitaire organisaties die ondanks het oorlogsgeweld ter plekke hulp blijven bieden, ook al worden zij zelf bedreigd. Dit is geen demonstratie, geen luidruchtige actie, maar een wake. U was en bleef de zwijgende stem, een stilzwijgend protest tegen rechtsverkrachting en verzaking van humanitaire verplichtingen. Het gaat bij deze sit-in niet om politiek, maar om recht en humaniteit. Zoals wij hier met ons allen zitten en staan kiezen we geen partij voor een van de beide strijdende machten, noch voor Israël noch voor Hamas. We kiezen partij voor de slachtoffers. Alle slachtoffers, in Gaza en in Israël. In Gaza de meer dan 40.000 doden, de ontelbare gewonden, de mensen die nog niet gevonden zijn omdat zij onder het puin liggen, de nabestaanden. Maar ook de slachtoffers in Israël, de burgers die op 7 oktober 2023 door Hamas werden omgebracht, de gijzelaars, waarvan sommigen zijn omgekomen of omgebracht, terwijl anderen nog hopen op terugkeer naar hun eigen land. We kiezen partij voor de kinderen van Gaza, voor een hele generatie waaraan het perspectief wordt ontnomen op een toekomst waarin zij met hun families en geliefden verder leven.

We zijn hier in Den Haag en we richten onze oproep tot de Nederlandse regering en het Nederlandse parlement. Die oproep op dit plein, voor de deur van het Ministerie van Buitenlandse Zaken, geldt in het bijzonder de beide ministers die hier werken.

 Minister van Buitenlandse Zaken: geef de hoogste prioriteit aan internationaal recht, de internationale rechtsorde en de mensenrechten. Neem eindelijk en uitdrukkelijk afstand van het standpunt van de vorige regering, dat Israël onvoorwaardelijk wordt gesteund, hoe dan ook. Neem de uitspraken in acht van de Algemene Vergadering van VN, de Veiligheidsraad, het Internationale Gerechtshof en het Strafhof. Verschuil u niet achter juridische spitsvondigheden, maar doe dat proactief en van harte.

Minister voor Ontwikkelingshulp: In tegenstelling tot uw voorgangers bent u geen Ontwikkelingssamenwerking meer, maar van ontwikkelingshulp. Maak die titel waar. Verschaf humanitaire hulp op zo ruim mogelijke schaal aan alle slachtoffers, via de kanalen van de VN en via moedige ngo’s, ook die afkomstig zijn uit het gebied zelf. Verschuil u niet achter opgelegde bezuinigingen.

U beiden: Wees zo actief als maar kan, iedere dag opnieuw.  Reageer niet lauw op gebeurtenissen, met nietszeggende bewoordingen als “Wij vinden het ook erg wat daar gebeurt”. Doe uw uiterste best om die gebeurtenissen om te buigen, het ergste te stoppen en verder bloedvergieten te voorkomen. Wie opzij kijkt is medeverantwoordelijk en maakt zich door niets te doen medeschuldig.

Verhef uw stem, elke dag opnieuw. Neem stelling. Doe iets. Wijs alle betrokkenen op de plicht het recht te betrachten, mensenrechten te respecteren en humaniteit hoog te houden. Neem creatieve initiatieven, bilateraal zowel als binnen de VN en de Europese Unie. Laat niet alles over aan de VS. Wees zelf actief. Laat weten aan Israël Hamas, de Verenigde Staten en onze partners in Europa: “Never Again geldt voor iedereen en begint vandaag. Genoeg is genoeg”.

 

Jan Pronk.

 

Den Haag, 29 augustus 2024

Verkort uitgesproken tijdens de sit-in op het plein voor de deur van het ministerie van Buitenlandse Zaken, Rijnstraat 8, Den Haag

 

  1. Mahmoud Jouda, Een tuin voor verloren benen. Roman uit Gaza. Vertaald door Djûke Poppinga, Uitgeverij Jurgen Maas, Amsterdam (2024).
  2. Mahmoud Jouda, ‘De raket die je hoort, raakt je niet’, In De Groene Amsterdammer, Jaargang 148, nr. 34, 22 augustus 2024, blz. 30-34