Jan Pronk

Toespraak herdenkingsbijeenkomst 8 decembermoorden 1982

Amstelkerk, Amsterdam, 8 december 2022

 

8 december 1982/2022

De grote Surinaamse dichter Trefossa schreef nog enkele jaren voordat Suriname in 1975 onafhankelijk werd 1975 een ingrijpend gedicht onder de titel Srefidensi – Onafhankelijkheid. Hij keek zowel terug als vooruit:

 

Gij kent de macht

van de zovele eeuwen

die achter u liggen,

die uw nakomelingen drijft

naar de zovele eeuwen

voor U? 

 

Na de onafhankelijkheid, die, zo voorspelde hij, werkelijkheid zou worden, zou een nieuwe tijd aanbreken:

 

Na de maanden

die het jaar afsluiten

beginnen andere

die gehoor zullen geven

aan de roep om iets nieuws. 

 

Maar Trefossa voorzag onheil:

 

Als gij de honing van de leugens likt,

wat voor winst zal er zijn

aan het eind?

Reinig uzelf

voordat een nieuwe maatschappij

de aarde zal vullen,

tot barstens toe,

met een rode toekomst.

 

Het gedicht van Trefossa is een waarschuwing, een zelfkastijding. Maar wat mij altijd het meest getroffen heeft was de voorspelling: de toekomst is rood, bloedrood. Het was het rood, niet van een zonsopgang aan een heldere hemel, maar van een zonsondergang voorafgaand aan de duisternis. De dichter schreef niet dat zo’n toekomst onvermijdelijk was. Integendeel, hij riep op tot bezinning. Maar vandaag herdenken we, alweer voor de veertigste keer, dat de gebeurtenissen in december 1982 toch met bloed zijn doordrenkt.

Had het anders kunnen lopen. Ja, zeker!

Daarmee bedoel ik niet terug te kijken op alle fouten die door Nederland zijn gemaakt tijdens de bloedrode geschiedenis van kolonialisme en slavernij. Ook die geschiedenis was bloedrood en daarover past diepe schaamte tot op de dag van vandaag. Ik doel ook niet op de staatsgreep van 1980. Die was fout en heeft in Suriname diepe sporen nagelaten, ook tot op de dag van vandaag. Ik bedoel dat het anders had kunnen lopen wanneer er op het laatste moment was geluisterd naar de boodschap vervat in de brief van de “Associatie voor Democratie” die was gevormd door de orde van advocaten, de nationale vrouwenraad, alle kerken en geloofsgemeenschappen, alsmede organisaties van het bedrijfsleven, artsen en journalisten. Kenneth Gonçalves, deken van de orde van advocaten, een van de slachtoffers die wij vandaag herdenken, was de belangrijkste auteur. We mogen gevoeglijk aannemen dat alle andere slachtoffers, ook wanneer niet hebben meegeschreven, zich volledig in de gedachtegang van die brief konden vinden.

Ook die bief bevat een waarschuwing, net als het gedicht van Trefossa. Ze was gericht aan Bouterse: Als u niet naar de mensen luistert, dan gaat het fout. Niet omdat de mensen u dan met geweld zullen bedreigen, geenszins, maar omdat u zichzelf in een hoek manoeuvreert waaruit u geen andere uitweg denkt te hebben dan repressie en geweld. Doet u zichzelf en Suriname zo’n rampzalig vervolg niet aan!  Praat met ons!

De brief is een van de mooiste teksten over het wezen van vrijheid, recht en democratie die ik ken. Het is een klaroenstoot, een schitterend betoog over leiderschap, over hoe een volwassen samenleving geregeerd moet worden en hoe niet.  Het is een les van grote betekenis over de grenzen van Suriname heen, een richtlijn voor heel veel landen, ook voor Nederland. De brief is een echte grondwet. Zij verdient het in haar geheel gelezen en besproken te worden op scholen en universiteiten, en door iedere alle burger die zich bij de toekomst van een land betrokken weet. Het is de erfenis van de vijftien doden van 8 december. Zij lieten hun leven omdat zij kozen voor gerechtigheid. Wij gedenken de doden. Wij eren hen om hun rechtschapenheid en moed.

Veertig jaar na hun dood zullen we ons ook rekenschap moeten geven van het bloedrode verleden dat vanuit Nederland Suriname is aangedaan. Die rekenschap vraagt om bescheidenheid en verantwoordelijkheidsgevoel. Dat is iets anders dan Suriname verwijten een failed state te zijn, zonder te beseffen dat een eventueel falen in Suriname het gevolg kan zijn van grove fouten die wij in Nederland destijds hebben gemaakt. Rekenschap en bescheidenheid verdraagt ook niet het gehannes in Den Haag over excuses omtrent het slavernijverleden, zonder met Suriname te praten over de inhoud en de vorm. We zullen vanuit Nederland op tal van manieren met Suriname in het reine moeten komen.  Ook Nederland zal, om de dichter te citeren, niet langer “de honing van de leugens moeten likken”, maar zich reinigen. En dat kan, want, Trefossa parafraserend:  

 

Na de achtste december,

na de maanden

die het jaar afsluiten

beginnen andere

die gehoor zullen geven

aan de roep om iets nieuws. 

 

 

Jan Pronk

Toespraak herdenkingsbijeenkomst 8 decembermoorden 1982

Amstelkerk, Amsterdam, 8 december 2022